In Hongarije is het verboden dakloos te zijn. Ondertussen heerst er grote armoede en worden veel mensen uit huis gezet. Zij worden van de ene op de andere dag bestempeld als crimineel en hun kinderen worden afgenomen. Hongarije is een democratisch land, maar wat is een democratie waard wanneer niet alle onderdanen gelijk worden behandeld? De democratie in Hongarije faalt: arme mensen worden er gecriminaliseerd omdat dakloosheid strafbaar is. Wie geen huis heeft, mag niet voor zijn kinderen zorgen; hierdoor zijn er meer dan 23.000 kinderen gescheiden van hun ouders. De Hongaarse overheid investeert niet in sociale voorzieningen en zo groeit de ongelijkheid gestaag. Ondertussen staan 120.000 staatsappartementen leeg, terwijl er bijna 30.000 mensen op straat leven. Een groepje burgers is het inhumane beleid van president Orbán zat en komt in opstand. Ze starten de organisatie 'De stad is voor iedereen' in de hoofdstad Boedapest en proberen huisuitzettingen te voorkomen. Ook organiseren ze demonstraties, lobbyen bij de lokale autoriteiten en helpen de slachtoffers van uitzettingen met juridische ondersteuning. Samen vormen ze een gemeenschap die is gebaseerd op solidariteit en menselijke waardigheid, in een land dat langzaam afglijdt naar het andere uiterste.