Op zijn zoektocht naar een nieuwe plek om te wonen, komt de achtjarige Pluk met zijn kleine rode kraan-wagentje terecht bij de Petteflet. Er is geen kamertje beschikbaar, maar in de aangrenzende Tortel­tuin ontmoet Pluk Dollie de Duif die hem vertelt dat het torenkamertje op de Petteflet leegstaat. Pluk doet zijn intrek in de Petteflet en al snel maakt hij kennis met een aantal flatbewoners, zoals mevrouw Helderder en haar dochter Aagje, meneer Pen van het winkeltje onderin de flat en vader Stamper met zijn vijf zoontjes. Pluk maakt snel vrienden met de bewoners in de Petteflet en de dieren uit de Torteltuin en helpt hen als er problemen zijn. Op een ochtend schrikt Pluk op van een oorverdovend lawaai: er wordt een bouwkeet in de Torteltuin getakeld. Pluk gaat op onderzoek uit en ontdekt dat de tuin vernietigd wordt om plaats te maken voor een vogelmuseum. Men denkt dat de Krullevaar, die zijn broedplaats in de Torteltuin had, is uitgestorven en dus kan de Torteltuin worden platgegooid. Gaat het Pluk lukken om de Torteltuin te behouden en kan hij de Krullevaar redden?