Belfast, 1980. Colin is katholiek en George is protestant, ze zijn beide kappers in een inrichting. Ze zouden vijanden moeten zijn maar tot ieders verbazing worden ze zakenpartners. Ze horen van een gestoorde man die vroeger bekend stond als 'De Scalper' en een indrukwekkende lijst heeft van kale mensen in Belfast. Als ze de lijst krijgen, begint hun gevecht om een monopoliepositie op het gebied van haarstukjes in Belfast. Maar door hun verschillende achtergronden scheelt het soms maar een haartje om niet in de problemen te komen, dan wel met de IRA dan wel met de Engelsen.