Na de val van de Duitsers in 1945, leek het erop dat nazi-kopstuk Adolf Eichmann was omgekomen. Niet bleek minder waar: de architect van de Holocaust woonde onder een valse naam met vrouw en kinderen in een buitenwijk van Buenos Aires.

Oorlogsmisdadiger

De Israëlische geheime dienst Mossad kreeg daar vijftien jaar na het einde van de oorlog lucht van en startte een ultrageheime operatie om de oorlogsmisdadiger te pakken te krijgen. Deze gewaagde actie staat centraal in de film Operation Finale, met Ben Kingsley als Eichmann en Oscar Isaac als de geheim agent die hem probeert te vangen.

Lastig personage

Voor Kingsley – een acteur met aan moederskant Joodse roots – was de Duitse oorlogsmisdadiger een lastig personage om zijn tanden in te zetten. Eerder speelde hij Gandhi, nazi-jager Simon Wiesenthal en Anne Franks vader Otto – personages in wie hij zich makkelijk kon verplaatsen.

Monster

Dat lag uiteraard moeilijker bij de man die verantwoordelijk was voor de dood van miljoenen Joden in de concentratiekampen. “Hij kwam niet van Mars, hij was een mens. Als ik hem als een monster zou neerzetten, dan zou ik zijn slachtoffers geen recht aandoen. Ik liet hem daarom niet in mij toe, maar besloot mijn spel op te dragen aan zijn slachtoffers. Op die manier had de beul niet het laatste woord.”

Vanaf 5 oktober op Netflix.