Een groep Congolese plantagearbeiders maakt kunst, koopt land terug van de opbrengsten en begint een museum. Kunstenaar en filmmaker Renzo Martens reisde in 2011 af naar een voormalige Unilever-plantage in Congo, waar sinds 1911 op grote schaal palmolie wordt verbouwd. Hier ontmoette hij de arbeiders, die onder erbarmelijke omstandigheden en tegen lage lonen werken op het land dat van hen gestolen is. Door middel van het kunstproject hoopt Martens lokale kunst te produceren en daarmee geld te genereren voor de plantage. Met deze film wil hij de discussie over koloniale geroofde kunst, eigenaarschap en winstdeling op scherp zetten.