De dappere straatjongen Aladdin woont samen met zijn ondeugende aapje Abu in het koninkrijk Agrabah. Wanneer de uitgehuwelijkte prinses Jasmine uit verveling haar paleis ontvlucht, ontmoet ze Aladdin. De vonk slaat meteen over, maar Jasmine mag zich niet inlaten met jongens, die niet van koninklijke afkomst zijn. Ondertussen schakelt de sluwe Jafar, de adviseur van de sultan, Aladdin in om voor hem een magische lamp te vinden in de grot der wonderen. Hiermee hoopt Jafar sultan te kunnen worden. Maar wanneer Aladdin de wonderlamp in handen krijgt, vraagt hij aan de vriendelijke geest om hem in een prins te transformeren. Kan Aladdin hierdoor met prinses Jasmine trouwen én kan hij verhinderen dat de schurk Jafar aan de macht komt?