De 16-jarige Simon wil graag in de smaak vallen bij de steenrijke broertjes Arnout en Victor van Riebeeck. Hij komt vaak over de vloer op het kapitale landgoed waar de jongens wonen. De jongens luieren, tennissen, draaien plaatjes en dansen met Arnouts mooie vriendin Frederique. Op zolder van de enorme villa zit ondertussen hun maatje Ronnie verborgen, een kleine crimineel die op de vlucht is voor zijn vader en de politie. Aanvankelijk vinden de jongens het allemaal wel grappig, tot Ronnie een last wordt en zij zelfs door hem gechanteerd worden.