Washington DC, 1998. De jonge journalist Stephen Glass staat op het hoogtepunt van zijn roem. De voorbije jaren heeft hij voor The New Republic tientallen topverhalen geschreven over onder andere politiek, economie en IT. Het waren baanbrekende journalistieke stukken die het publiek in hun ban hielden en bewondering afdwongen van collega-journalisten. Sommigen zijn ook wel jaloers op de jonge journalistieke ster, maar door zijn sympathieke en bescheiden houding roept Glass relatief weinig controverse op. Tot op een dag Charles Lane, de nieuwe hoofdredacteur van The New Republic, een verontrustende telefoon krijgt van de webjournalist Adam Penenberg. Die wil één van de mensen contacteren die Glass heeft geciteerd in een artikel over hackers. Maar de man blijkt onvindbaar en volgens Penenberg bestaat hij zelfs niet eens. Lane voelt nattigheid en begint een onderzoek naar het werk van zijn topjournalist ...