15/28 · Een portret van Ernst Reijseger (Naarden, 13 november 1954). Hij is op jonge leeftijd al een talentvolle cellist. Als tiener krijgt hij les van barokspecialist Anner Bijlsma en gaat hij naar het conservatorium in Amsterdam. Dit verlaat hij voortijdig om zich in de wereld van de geïmproviseerde muziek te storten. Hij ontwikkelt een uiterst fysieke stijl van cellospelen met een breed vocabulaire aan onorthodoxe technieken. Meer dan andere cellisten speelt hij pizzicato, de snaren plukkend als een jazzbassist of tokkelend in de gitaarhouding. De klankkast bespeelt hij als percussie-instrument, waarbij hij inspiratie haalt uit niet-westerse muziek. Daarbij experimenteert hij voortdurend, met klanknabootsing en interactie met het publiek als belangrijke uitgangspunten. Eind jaren zeventig treedt hij op met bands uit het Bimhuis-circuit, zoals het ICP Orkest en het Theo Loevendie Consort. Met altviolist Maurice Horsthuis en contrabassist Ernst Glerum formeert hij het succesvolle Amsterdam String Trio, dat balanceert tussen jazz, klassiek en hedendaags. In 1985 ontvangt hij de Boy Edgar Prijs. Hij geeft geregeld soloconcerten en zoekt verdieping in de niet-westerse muziek. In 1995 ontvangt hij de Bird Award op het North Sea Jazz Festival. Reijseger oogst internationaal succes als solo-artiest en als lid van het Clusone Trio, het Arcado String Trio en het Gerry Hemingway Quintet. Hij componeert en speelt soundtracks voor verschillende films van regisseur Werner Herzog. In 2010 wordt zijn solo-CD 'Tell Me Everything' bekroond met een Edison.