Prinses Florrie woont in een kasteel in een magisch koninkrijk. Bij haar wonen haar huishoudster Paprika, haar raadgever Ferdinand, tovenaar Casimir en de tinnen soldaat Ratel, die het slot bewaakt. Florrie is een buitenbeentje, want haar vrienden zijn geen mensen, maar draken. Florrie en de draken beleven samen allerlei avonturen en zo leren ze de ware betekenis van samenhorigheid, loyaliteit en mededogen kennen.