S1 · 18/51 · Jan Roeland (IJsselmuiden, 1935) schildert alledaagse objecten, veelal in series. Zoals een envelop, doos, vliegtuig, eend of tafel. Het object zoals het in werkelijkheid bestaat, buigt Roeland om tot een andere vorm, een "platte" versie. Er is sprake van een heel eigen perspectief en een vereenvoudiging van het onderwerp. Het object zelf moet volgens Roeland "een beetje verdwijnen" en vorm worden. Zo brengt hij een eend terug naar een aantal ronde vormen, die dienstdoen als lijf, kop, oog, pupil- en een driehoek als snavel.